‘The most beautiful race in the world’

Op het gebied van auto-evenementen is de Mille Miglia sinds 1927 hét internationale hoogtepunt. Deze markante race stond al vele jaren op mijn wensenlijst, maar gedurende mijn 40-jarige onderwijsloopbaan was half mei geen optie. De laatste paar jaar wordt de wedstrijd echter in juni georganiseerd en dus kon ik mijn vakantie aanpassen om eindelijk de mooiste race van de wereld bij te wonen.

Historie

In december 1926 besloten ‘vier musketiers’ een race te organiseren dwars door Italië met als vertrek- en finishplaats Brescia. Omdat Rome als keerpunt gekozen werd, bleek hij 1600 kilometer, dat is 1000 mijlen lang te zijn. Een van de musketiers was Mazotti die de race in de USA had gepromoot en het internationale karakter weergaf in de naam: Coppa delle Mille Miglia (Bokaal van de duizend mijlen).

Aanvankelijk werd er deelgenomen met nieuwe automobielen en het was écht een race op de openbare weg. Al na vier jaar vestigde de beroemde Italiaanse autocoureur Tazio Nuvolari met een Alfa Romeo 6C1750 het gemiddelde snelheidsrecord van 100 km/h. De race in 1931 werd echter gewonnen door de Duitse Mercedescoureur Rudolf Caracciola met een SSKL. De Tweede Wereldoorlog en de jaren daarna trokken een wissel op de wedstrijd doordat vele wegen onbegaanbaar waren geworden. In 1955 werd het absolute snelheidsrecord gebroken door de Britse coureur. Stirling Moss met zijn co-equipier Dennis Jenkinson in een Mercedes-Benz 300 SLR: gemiddeld 157,65 km/h. In 1957 werd besloten om de snelheidsrace af te schaffen vanwege het enorme risico op ongelukken.

‘Deze markante race stond al vele jaren op mijn wensenlijst, maar gedurende mijn 40-jarige onderwijsloopbaan was half mei geen optie’

Gelijkmatigheid is troef

Vandaag-de-dag is de Mille Miglia een gelijkmatigheidswedstrijd voor historische automobielen die geproduceerd zijn tussen 1927 en 1957. Dit jaar reden er 443 oldtimers en klassiekers mee uit 33 verschillende landen. Alleen al uit de USA kwamen 68 deelnemers, ook 68 uit het Verenigd Koninkrijk, 75 uit Duitsland, 12 uit Argentinië, 2 uit Uruguay en 4 uit Australië. Het aantal Nederlandse deelnemers was na Italië (272) het grootst: 134. 

Op vrijdag 9 juni woonde ik de persconferentie bij in het Palazzo della Loggia in de historische binnenstad van Brescia. Mijn perskaart kreeg ik op de dag van de start: op dinsdag 13 juni. Dit jaar was de langste Mille Miglia ooit, namelijk 2200 kilometer. Er waren er 5 starts gepland: nr. 1 in Brescia, nr. 2 in Cervia-Milano Marittima aan de Adriatische kust, nr. 3 in Rome, nr. 4 in Parma en de laatste in Milaan op zaterdag 17 juni. Vlak voor de finish in Brescia kwam het peloton nog langs onze camping aan het Iseomeer, waar ik nogmaals schitterende foto’s kon maken.

De start

Op de Viale Venezia, een brede boulevard in Brescia, is sinds jaar en dag de start gepland. Daar was een groot podium gebouwd waar alle deelnemers een voor een voor het toegestroomde publiek hun automobielen konden tonen. Voorafgaande aan de start gaven zes straaljagers van het National Aerobatic Team een demonstratie boven de startplaats en ze produceerden daarbij rook in de kleuren van de Italiaanse vlag: rood, groen en wit.

De auto’s waren vanaf 1927 tot 1957 genummerd. De allereerste was een OM 665 Suberba. Deze auto (nr.3) won in 1927 de allereerste Mille Miglia. OM staat voor Officine Mechaniche, een autofabriek uit Brescia. De Superba’s hadden een 1991 cc zescilinder. Ze waren snel en betrouwbaar en het winnende team zette grote auto’s van concurrenten compleet voor schut. Ze legde de 1000 mijl af in 21 uur met een gemiddelde snelheid van 77,238 km/h.

Ik fotografeerde bij de start de latere prijswinnaars

De winnaar was Andrea Vesco (nr. 50) met een Alfa Romeo 6C 1750 55 Zagato uit 1929, de beroemdste vooroorlogse Alfa. Het model van designer Zagato met de tweepersoonscarrosserie had een zescilinder met dubbele nokkenassen onder zijn bevallige motorkap en was voorzien van een compressor. Er werden tussen 1929 en 1933 wel 2579 exemplaren verkocht.

 De ladies Cup was voor Silvia Marini met een Bugatti T40 uit 1929 (nr. 47). Het is hard werken in zo’n oude raceauto. Omdat er in de Bugatti niet veel ruimte is voor twee personen, is de versnellingspook buiten de carrosserie geplaatst. Deze Bugatti is voorzien van een 1,5 liter viercilinder.

De tweede en derde plaats in het algemeen klassement waren voor Lancia’s Lambda, resp. uit 1929 en 1927. (nrs. 24 en 54). Voor Lancia was de Lambda een geweldige doorbraak, want hij had als eerste auto ter wereld een zelfdragende carrosserie en onafhankelijke voorwielophanging met telescoopveren. Alle Lambda’s werden aangedreven door een revolutionaire V4-motor met bovenliggende nokkenas.

Is het u opgevallen dat al deze auto’s rechts gestuurd zijn? Dat had met twee dingen te maken: op de circuits rijden alle raceauto’s met de klok mee en in de bergen kun je vlak langs de afgrond of langs de bergwand rijden. Het had dus niets te maken met auto’s uit landen waar links gereden werd.

‘Het is hard werken in zo’n oude raceauto’

Sensationeel

Het was een heel bijzondere ervaring, al die voor- en naoorlogse auto’s voorbij te zien komen, vele nog met open uitlaat, omdat raceauto’s vroeger geen demper hadden. Daar komt nog bij dat ter gelegenheid van de Mille Miglia er ook een Ferrari Tribute werd georganiseerd waarbij er ruim 150 oude en nieuwe Ferrari’s min of meer parallel aan de officiële deelnemers meereden. Ik kan terugkijken op een sensationeel spektakel in Italië en ik mag die ervaring met u delen.

Tekst Rob Strating 

Fotografie Michael Minelli, 1000 Miglia & Rob Strating