Hoe zag het gebied waar ik altijd wandel er vroeger uit? Wat was er op de plaats waar nu mijn huis staat? Op welke wijze zijn de bedijkingen in Zeeland sinds de 19e eeuw verlopen? Op dit soort historisch-geografische vragen kan iemand eenvoudig antwoord krijgen door de site Topotijdreis.nl te raadplegen. Op deze site is het mogelijk om Nederlandse topografische kaarten van verschillende tijdstippen over elkaar heen te schuiven.
Misschien moet u stoppen met het lezen van dit artikel en meteen naar de site Topotijdreis gaan om te zien hoe boeiend het is om digitaal in de tijd te reizen. De auteur van dit artikel neemt u dat niet kwalijk, hoewel er hier nog wel wat interessante zaken verteld worden.Topotijdreis.nl is gemaakt om te vieren dat het in 2015 tweehonderd jaar geleden was dat de Nederlandse overheid een topografische dienst in het leven riep. Ondanks dat de site al zes jaar bestaat, is de site niet bij iedere liefhebber van de Nederlandse geschiedenis bekend.
Veel mensen gaan bij het gebruik van de site uit van een bepaalde locatie, bijvoorbeeld hun woonplaats, en kijken wat er vroeger op die plaats was. Maar het kan ook andersom. Als je op de site een bepaald jaartal selecteert, kan je over de kaart van het verleden ‘wandelen’. Kom je bijzondere zaken tegen, dan kan je op de kaart van het heden onderzoeken waar deze lagen. Doordat de kaarten niet verschuiven bij het reizen in de tijd, is op de nieuwste kaart precies te zien waar een kerk, een haventje, een buitenzwembad of een ruïne lagen.
Maar er is nog een toepassing mogelijk die mogelijk nog fascinerender is. De site is namelijk ook op de smartphone te bekijken. Daarom kan je op pad gaan en op topotijdreis de plek waar je op dat moment bent op de kaart opzoeken. Je gaat vervolgens met de schuifknop naar het verleden en ziet op je scherm de situatie zoals die in het verleden was.
Tot ongeveer 1850 werden de kaarten op een andere manier gemaakt dan in de periode daarna. De jongere kaarten zijn gedetailleerder. Toch geven ook de oudste kaarten een aardig beeld van de vroegere situatie. Doordat Zeeland doorsneden wordt door de rechte lijnen van eeuwenoude dijken, kan je goed de weg vinden op de oude topografische kaarten van deze provincie. Er werden niet ieder jaar nieuwe kaarten gemaakt. Als je op de site een jaartal instelt, dan zie je vaak de situatie van een aantal jaren daarvoor. Soms zie je bij een jaartal ook de situatie die later pas werkelijkheid werd. Wie de geschiedenis dus nauwkeurig wil beschrijven, zal dus literatuur of een archief moeten raadplegen. Degene die van kaarten en geschiedenis houdt en die ook nog enig voorstellingsvermogen heeft, kan mooie uren beleven met de oude kaarten. En dat zonder een bezoek aan een kaartenzaal.
Emmadorp bij het Verdronken Land van de Saeftinghe
Veel Zeeuwen hebben als scholier of als volwassene het Verdronken Land van Saeftinghe bezocht. De excursies starten altijd bij het bezoekerscentrum bij Emmadorp. Nog maar net de dijk over, vertellen de meeste gidsen over het getijdenhaventje dat daar lag. Op de kaart van 1913 staat vermeld ‘Haven v/d Clinge’. Dit haventje moest steeds uitgebaggerd worden en het slib werd naast de haven gelegd, waardoor er een verhoging (5,7 meter) ontstond die nog steeds te zien is op de kaart en in het landschap. Dit verdwenen landbouwhaventje was niet het oudste in het gebied; er was een haventje dat al eerder bestond, iets zuidelijker gelegen. Ook dit heette de ‘Haven van de Clinge’ en lag net buiten de Prosperpolder. Door het bedijken van schorren was in 1897 de Emmapolder ontstaan en kwam het oude getijdenhaventje midden in het land te liggen. Op de kaart van 1885 is het oude haventje te zien, terwijl op de kaart van 1913 aan de zuidkant van de Emmapolder nog slechts een verstoring in het landschap staat getekend. Na 1959 verdwijnen deze sporen van de kaart.
Het gebied bij de Sloedam
Vroeger waren Walcheren en Zuid-Beveland van elkaar gescheiden door het Sloe. Vanaf 1871 verbond de Sloedam, waarop de spoorlijn kwam te liggen, de eilanden met elkaar. Wie voor de aanleg van de Sloedam van Zuid-Beveland naar Walcheren (of andersom) wilde reizen, moest met een veerbootje het Sloe oversteken. In de zomer van 1823 neemt de schrijver Jacob van Lennep het veer naar Walcheren. Hij beschrijft het in zijn dagboek van zijn voetreis door Nederland. “Om bij het veer te komen moesten wij nog een stenen pad van twintig minuten afgaan en verder 300 passen door het water lopen om bij de boot te komen, omdat het juist laag water was.” Het stenen pad liep over de schorren die in 1856 bedijkt werden en zo de Jacobpolder werden.
Van Lennep genoot van het tochtje. “De avond op het water was heerlijk. De zon dook met gouden en purperen stralen achter de Walcherse kust weg en bescheen nog flauw de randen van Kamper- en Noord-Beveland. Het water was stil en slechts een zoel zuchtje rimpelde de oppervlakte en stoeide in de zeilen van enige voorbijgaande schepen.”
Op de topografische kaart van 1865 zien we waar het veer voer. Het bootje en de westelijke en oostelijke veerdam staan op de kaart getekend. In 1949 werd het gebied ten zuiden van de dam bedijkt als Quarlespolder, maar dit is pas in 1962 op de kaart te zien. Op topografische kaarten staan ook hoogtecijfers en dat levert een interessant inzicht op. Aan deze cijfers is te zien dat de Quarlespolder jonger is dan de polders ten oosten en westen van deze polder. De polder ligt namelijk hoger doordat het gebied langer buitendijks lag en dus ook langer is opgeslibd.
.