‘Ik vond boeken erg interessant. Op een dag besloot ik er eens een uit elkaar te halen en daarna weer in elkaar te zetten. Zois het begonnen’
Philipp werd geboren in Viersen in Duitsland, waar hij tot zijn twaalfde woonde en naar school ging. In 1977 verhuisde zijn moeder samen met haar nieuwe partner en Philipp en zijn zus naar Amsterdam. Nadat hij daar havo-vwo afrondde, wist hij niet zo goed wat hij wilde doen. “Via een kennis van mijn ouders kwam ik bij boekbinderij Pau terecht”, vertelt hij. “Ik liep een dagje mee en dat beviel wel. Aan het einde van de dag zei de eigenaresse dat ik kon beginnen met mijn stage. ‘Als het niets wordt, merken we het vanzelf’, gaf ze aan. Ik heb nooit meer iets anders gedaan.” Drie jaar later ging hij ook bij boekbinderij Phoenix aan de slag. “Ik kon goed overweg met eigenaar David Simaleavich. Toen hij vertelde dat hij terug naar Amerika vertrok en mij als opvolger wilde, greep ik mijn kans. Ik vond het een fantastisch vak en wilde het graag blijven uitoefenen.” Omdat de panden in Amsterdam te duur werden, verhuisde Phoenix in 1995 naar Middelburg. “Beneden zat de boekbinderij, erboven woonde ik. Daarna verhuisde ik nog eens binnen Middelburg, tot ik per toeval in 2008 in Stroodorp bij Kamperland terechtkwam.”
Kurhaus gastenboek
Uitleggen hoe je een boek moet binden, vindt Philipp lastig. Hij is een echte vakman: het boekbinden is zijn tweede natuur. Wanneer hij toont hoe hij een paar katernen van een boek aan elkaar naait, gaat dat erg snel en geroutineerd. Tegelijkertijd vertelt hij over alle bijzondere opdrachten die hij mag doen. “Momenteel ben ik bezig met een project dat gelinkt is aan de verfilming van een boek van een Nederlandse schrijver. Daarvoor maak ik veertig luxe exemplaren”, vertelt hij. “Ik heb al bijzondere dingen mogen binden, zoals het gastenboek van het Grand Hotel Amrâth Kurhaus. Dat boek kostte uiteindelijk een paar duizend euro, enkel de bekendste hotelgasten mogen erin tekenen.” Daarnaast deed Philipp veel voor dichter Boudewijn Büch. “Ik bind voornamelijk nieuwe oplagen voor kleine uitgeverijen, die ongepubliceerde verhalen of gedichten uitbrengen. Verzamelaars willen deze maar wat graag hebben. Voordat de boeken uitkomen, zijn ze meestal al verkocht”, vertelt de boekbinder met een twinkeling in zijn ogen. “Ik krijg de losse vellen en maak daar een boek van. Het leukste is om een hele serie te maken, en dat ze dan hier naast elkaar op een rij staan. Ze komen daarna nooit meer samen, want ze worden verkocht aan mensen uit alle windstreken.”
‘Ik heb al bijzondere dingen mogen binden, zoals het gastenboek van het Grand Hotel Amrâth Kurhaus’
Restauratiewerken
Naast nieuwe oplagen, doet Philipp ook restauratiewerken. “Laatst vond ik via Marktplaats een eerste druk van ‘De avonden’ van Gerard Reve, in bepaalde kringen een erg geliefd boek. Er zaten zelfs oude krantenrecensies uit 1947 bij. Die heb ik samen met het boek in een mooi doosje gestopt.” Zelf heeft de boekbinder ook een paar mooie exemplaren in de kast staan, al is hij niet zo’n fervent lezer. “Ik lees langzaam, want ik kan me niet goed concentreren en ben snel afgeleid. Maar als ik er helemaal in zit, niet kan stoppen en nieuwsgierig ben naar hoe het verhaal verder loopt, vind ik lezen heel fijn.”
‘Ik vind het erg leuk werk, al is het wel zwaar’
Echte liefhebbers
Zolang als het lukt, blijft Philipp boeken binden. “Ik vind het erg leuk werk, al is het wel zwaar. Ik ken geen enkele boekbinder met een goede rug. Tillen, sjouwen, veel in dezelfde houding zitten en staan… Op een gegeven moment voel je dat. Maar ik heb er nog steeds plezier in.” Ondanks dat er veel veranderd is binnen zijn vakgebied, is de boekbinder ervan overtuigd dat de vraag naar handgebonden boeken blijft. “De echte liefhebber die een beetje bibliofiel is, blijft deze exemplaren kopen. Zij waarderen mooi handwerk. En ik geloof dat ook jonge mensen ervan kunnen gaan houden, zodra ze ermee in aanraking komen”, vertelt hij. “Ik hoop in ieder geval dat dit vak blijft bestaan.”
Tekst Gertie de Boey
Fotografie Destiny van Geffen