Onlangs mocht Bouwbedrijf Boogert uit Oosterland het predicaat Hofleverancier in ontvangst nemen. Voor het bouwbedrijf, dat dit jaar 125 jaar bestaat, een heugelijk feit en reden om een feestje te vieren. Toch heeft het Zeeuwse bedrijf in al die jaren nog nooit een spijker in een koninklijk paleis geslagen. Hoe zit dat dan precies? En wat is het verschil met het predicaat Koninklijk?
Voor Hans Boogert was 24 april 2015 een feestelijke dag. Commissaris van de Koning voor Zeeland Han Polman reikte die avond de directeur van Bouwbedrijf Boogert de oorkonde uit, die behoort bij het predicaat Hofleverancier. “Als vierde generatie van ons bouwbedrijf beschouw ik het predicaat als de kroon op het werk van mijn voorouders’’, vertelt Boogert. “Zij hebben dit familiebedrijf opgezet en uitgebreid. Ik vind dit een grotere erkenning dan een lintje. Het predicaat is exclusiever en erkent de gezamenlijke inspanning om al 125 jaar een betrouwbaar en solide familiebedrijf neer te zetten. Dit is niet alleen mijn feestje, maar van alle medewerkers en oud-medewerkers.’’
Trots
Betrouwbaar en solide, het zijn de kenmerken voor bedrijven die het predicaat Hofleverancier mogen dragen. En daar worden zij streng op gecontroleerd; zowel financieel, als juridisch, als maatschappelijk. “Het feit dat je het koninklijk wapen met de toevoeging ‘Bij Koninklijke Beschikking Hofleverancier’ bij je bedrijfsnaam mag zetten, zie ik als een bevestiging dat ons bedrijf bestendig en vertrouwd is’’, vindt ook Richard Fabery de Jonge. Hij is de zesde generatie die het ruim 180-jarige, gelijknamige juweliershuis in Goes leidt. “Koningin Wilhelmina heeft ons het predicaat in 1908 toegekend en we dragen het met trots.’’
Open deuren
Ook voor het predicaat Koninklijk geldt dat het bedrijf betrouwbaar en solide moet zijn. De belangrijkste verschillen tussen Koninklijk en Hofleverancier zijn de positie van een Koninklijk bedrijf – leidend in zijn branche, liefst met een internationale uitstraling – en de omvang; als richtlijn geldt honderd werknemers of meer.
“Sinds 2008 mogen wij ons Koninklijk noemen en daar zijn we trots op’’, vertelt Tom Versprille, exportmanager bij Koninklijke Kerckhaert uit Vogelwaarde. “Het predicaat toont aan dat we een gezond bedrijf zijn en dat we iets betekenen in ons vakgebied. Voor ons opent het kroontje in ons logo letterlijk deuren. Buitenlandse vorstenhuizen, emiraten maar ook klanten in Latijns-Amerika zijn er gevoelig voor.’’
By Royal Warrant
Koninklijke Kerckhaert (sinds 1906, met inmiddels de vierde generatie als directie) produceert innovatieve hoefijzers die
wereldwijd hun weg naar de meest exclusieve paardenhoeven vinden. “Sinds wij ‘By Royal Warrant’ uitdragen, merken we dat bepaalde contacten gemakkelijker verlopen. Overigens zijn we officieel hofleverancier voor het Engelse koningshuis – dat logo mag onze Engelse dochter voeren – en leveren we via de hoefsmid ook aan ons eigen koningshuis. Maar dat maakt ons weer niet vanzelf hofleverancier.”
‘t Hofleveranciertje
Of het woordje Hofleverancier meer klanten oplevert, vindt Richard Fabery de Jonge niet te meten. “Er zijn niet veel juweliers met dit predicaat en al helemaal niet in Zeeland. Dat maakt ons onderscheidend en het valt wel op. Dat was vroeger op school al, waar ik ’t Hofleveranciertje genoemd werd. Het wapenschild trekt wel aandacht. Onlangs kwam een Engelsman de winkel binnen die zelf hofleverancier aan het Engelse hof is. Hij was benieuwd naar de regels in Nederland.’’
Verankerd
Een laatste onderscheid met Hofleveranciers vormt grote groep Koninklijke verenigingen. Zij kunnen het predicaat aanvragen mits ze geen politieke, commerciële, religieuze of levensbeschouwelijke opvattingen uitdragen. “Wij zijn Koninklijk sinds 1934’’, vertelt Wim van Liere, oud-bestuurslid van de Koninklijke Oratorium Vereniging ‘Tot Oefening en Uitspanning’ uit Middelburg, kortweg KOV genoemd. “In dat jaar bestonden we honderd jaar. In 2010 hebben we opnieuw verlenging aangevraagd en gekregen. Hoewel het predicaat in de praktijk niet direct een functie heeft – we krijgen er jammer genoeg geen korting mee bij begeleidingsorkesten en impressariaten – zou het wel heel raar zijn om zonder Koninklijk verder te gaan. Dat woord is na ruim tachtig jaar helemaal in onze naam verankerd.’’
25 jaar
Het predicaat Hofleverancier is, net als het predicaat Koninklijk, ingevoerd door Lodewijk Napoleon. Vanaf 1850 hoeft een bedrijf niet specifiek aan het hof te leveren om als Hofleverancier gekend te zijn, de officiële vergulden borden werden destijds zelfs nagemaakt. In 1987 heeft koningin Beatrix het stelsel herzien, de eisen fors aangescherpt en de geldigheidsduur beperkt tot 25 jaar. Fabery de Jonge: “Elk bedrijf dat Hofleverancier was, moest het predicaat opnieuw aanvragen; veel bedrijven zijn de erenaam toen kwijtgeraakt. Inmiddels hebben drie vorsten ons het predicaat toegekend, koning Willem-Alexander als laatste in 2013.’’
Tekst Inge Heuff