Susan Bakx-Plasmans is gepensioneerd modeontwerpster maar ze is nog lang niet klaar met haar vak: ”De agenda staat vol.”
Je bent modeontwerpster?
”Gepensioneerd modeontwerpster sinds een jaar. Op dit moment doe ik alleen nog maar leuke dingen die op mijn pad komen. In mijn atelier aan huis maak ik nog steeds mijn eigen kleding. Het creatieve brein blijft de rest van mijn leven aan staan.”
Heb je altijd een passie voor mode gehad?
”Zeker! Volgens mijn moeder al vanaf mijn derde. Mijn moeder was coupeuse en maakte altijd onze kleding. Ik weet niet beter of de lappen stof lagen bij ons thuis en daar speelde ik toen mee.”
Wanneer wist je: Ik wil mijn geld verdienen als modeontwerpster?
”Dat kwam pas op later leeftijd. Ik heb een opleiding gevolgd voor bezigheidstherapeut, maar ik ben eerst gaan werken als etaleur bij V&D. Een leuke tijd waarvan ik veel heb geleerd. Etaleurs mochten toentertijd hun eigen kleding dragen, zij hoefden niet in uniform van de winkelketen, en daar kreeg ik vaak complimenten over. Grotendeels maakte ik mijn kleding zelf. Dat doe ik al vanaf mijn twaalfde. Dat was in de tijd van de ‘hippies’. Ik maakte gekke pakken, jasjes en shirts met opdruk. Ik maakte het altijd nét anders dan wat je in de winkel zag hangen. Echt een eigen stijl en dat viel wel op in mijn omgeving.’’
Hoe kunnen we jouw kledingstijl omschrijven?
”Apart en soms wat extravagant. Ik probeer alles uit op mijzelf. Allerlei vormen en prints. Ik heb een periode gehad waarin ik veel zwarte kleding droeg. Maar dan zorgde ik er toch voor dat er iets unieks uitsprong.”
‘Het creative brein blijft de rest van mijn leven aan staan’
Ben je, na je baan als etaleur, echt aan de slag gegaan met professioneel ontwerpen?
”Dat klopt, ik heb allerlei cursussen gevolgd op het gebied van mode tekenen en modeltekenen. Daarna ben ik naar de school voor expressie gegaan. Daar hadden ze een modeontwerper in dienst genomen en hij heeft mij veel geleerd over het ontwerpen. De creativiteit, die zat er wel. Hij heeft mij inzicht gegeven in vormgeving en combinaties maken. Ik ben na de opleiding bij een Couturier gaan werken en heb zo het Haute-Couture vak geleerd. Ik ging ook naar de shows van de Nederlandse modehuizen als Frank Govers, Frans Molenaar en Mart Visser. Ook heb ik enorm veel mode exposities bezocht in binnen en buitenland. Op een gegeven moment zit je in dat wereldje en dan begin je een netwerk op te bouwen. Ik heb aan fotoshoots mee mogen werken als styliste, bruidsjurken mogen ontwerpen, ik heb kinderkleding gemaakt en voor modelabel Van Gils gewerkt. Wel altijd als freelancer en veel opdrachten heb ik gekregen door mond-tot-mond reclame.”
Waar ben je erg trots op?
”Op twee boeken waar ik aan mee heb mogen werken.”
Boeken en geen kledingstukken?
”Dat zit zo, 29 jaar geleden ben ik in Goes komen wonen en toen kende ik helemaal niemand. Ik werkte natuurlijk freelance en dan heb je ook geen collega’s. Ik moest iets gaan ondernemen om mensen te leren kennen. Ik ga graag naar musea, dus op een dag ben ik naar Historisch Museum De Bevelanden gegaan. Daar hadden ze een grote afdeling streekdracht. Ik heb mezelf aangemeld als vrijwilliger om deze afdeling te onderhouden. Dat heb ik zeventien jaar gedaan. Met andere vrijwilligers verzorgden we onder andere tentoonstellingen en modeshows.
Tien jaar geleden werd ik gebeld door de stichting Zeeuwse Streekdrachten met de vraag of ik aan een boek over streekdrachten mee wilde werken, waar de patronen in verwerkt zouden worden zodat het bewaard blijft voor het nageslacht. Genaamd: De Zeeuwse streekdrachten. Alles wat in het boek staat, dat is na te maken. Om er een moderne twist aan te geven, is mijn expertise als modeontwerpster gebruikt en heb ik de klederdracht verwerkt in de mode van nu. Denk bijvoorbeeld aan een mannenoverhemd uit de Zeeuwse streekdracht, die hebben we gefotografeerd op een meisje en daar heb ik weer een mooi ceintuur voor gemaakt. Het project heeft acht jaar geduurd. Na die acht jaar dacht ik: we missen de mutsen nog. Bij streekdracht horen ook mutsen. Met Wim en Liza van der Heijden en met mijn man Mart Bakx, zijn we een nieuw project gestart: De Zeeuwse streekdrachten, Goed gemutst. Ook hier hebben we de traditionele dracht in een modern jasje gestoken en heb ik de stoffen verwerkt in de mode uit deze tijd.’’
‘Ik moest iets gaan ondernemen om mensen te leren kennen’
Waar ben je op dit moment mee bezig?
‘’In het stadhuis van Goes ben ik in de oktobermaand suppoost en gids bij de tentoonstelling Fashion & Art around Europe. Door mijn expertise op het gebied van Haute Couture kwam ik daar ook weer terecht. De tentoonstelling: De Zeeuwse streekdrachten, Goed gemutst is tot 8 januari 2022 te bewonderen in museum De Meesstoof in Sint-Annaland. Ook gaat de tentoonstelling in 2022 naar museum Het Warenhuis in Axel, Museum De Schotse Huizen in Veere en naar MuseumHuis 1912 in Nieuwvliet. De exacte datums volgen later. Maar de komende tijd staat mijn agenda vol en ik kijk uit naar alle projecten waar ik aan mee mag werken.”
tekst Marit Jansen van Galen
fotografie Mart Bakx